Leefstijlgeneeskunde, is dat iets nieuws?


Sinds kort bruist het in de gezondheidszorg van de leefstijl initiatieven. Is dit een nieuwe rage? 

Een poging tot bezuiniging? Of nieuwe inzichten?

Voor de reguliere medische wetenschap leidt leefstijlgeneeskunde inderdaad tot nieuwe, zeg maar rustig baanbrekende, inzichten. Ziekte is niet langer alleen maar domme pech, nee, je kunt er zelf een heleboel aan doen om je lijf (en geest) gezond te houden. 

Het begon met de ontdekking van epigenetica. Toen het menselijk DNA was ontrafeld leek het er even op dat alle ziektes misschien wel hun oorsprong vinden in foutjes in het DNA.  Om deze foutjes aan te pakken moest er dus aan deze bouwstenen van het leven gesleuteld worden.  Tijdrovend en kostbaar. En ontstond de indruk dat het inderdaad gewoon domme pech is als je ziek wordt. 

Maar toen kwam de epigenetica. Wat blijkt: bijna alle genen (de stukjes erfelijke informatie die samen het DNA vormen) zijn niet statisch, maar dynamisch! Ze hebben een aan/uit knop die uiteindelijk bepaalt hoe het gen werkt (goed of slecht).

De grote vraag voor de geneeskunde is dan: hoe kan je die knoppen in de goede stand krijgen (en houden)? Het antwoord werd gevonden: leefstijl! De belangrijkste factoren die uitmaken of een gen in de gewenste stand staat of niet, blijken te maken te hebben met je leefstijl. 

Een gezonde leefstijl is onder meer gezond, vers en gevarieerd eten, niet roken en minimaal alcoholgebruik, voldoende ontspanning, slaap en beweging. Daar worden lichaam en geest blij van. 

Nieuw inzicht? Welnee.  Dit vormt al meer dan honderd jaar de basis van de natuurlijke geneeswijzen! Natuurgeneeskunde, homeopathie, acupunctuur, kruidengeneeskunde en andere complementaire therapieën vatten we tegenwoordig samen als “natuurlijke geneeswijzen”. Men gebruikt geen medicijnen als het niet strikt noodzakelijk is. Omdat medicatie soms wel nodig kan zijn -ook de reguliere geneeskunde heeft natuurlijk goede kanten-, willen we het liefst een combinatie van regulier en complementair: “het beste van twee werelden” of Integrale geneeskunde.

De kracht van integrale geneeskunde is dat naar de hele mens wordt gekeken: lichaam, geest, leefomstandigheden, alles doet een belangrijke duit in het zakje van het totale welzijn en welbevinden.  Waar de reguliere zich steeds verder specialiseert en focust op problemen in specifieke delen van het lichaam (voorbeeld: kinderhartchirurgie), kijkt de complementaire zorg juist meer naar het totaalplaatje: de gehele mens. 

Bij ‘mechanische’ defecten is die specialistische focus van de reguliere zorg vaak de beste oplossing. Maar bij complexe chronische klachten werkt het een stuk minder. Het is geen uitzondering dat iemand boven de 75 wel 3 of meer specialisten bezoekt om ‘op onderdelen’ behandeld te worden. Jammer, want een helicopterview zou sneller de raakvlakken van alle kwalen kunnen opsporen. 

De ‘alternatieve’ zorg kan veel bieden, maar kent ook problemen. Die zijn voor een groot deel terug te voeren op het feit dat erkenning en regulering nog steeds wordt tegengehouden, waardoor het voor de consument niet altijd duidelijk is of iemand gekwalificeerd is. 

Gezond Leven zet zich al meer dan 100 jaar in om de gezondheid en/of het welzijn van de mens in de meest ruime zin te bevorderen. Zie onze projecten.